Sneekermeer, Goëngarijpsterpoelen, Terkaplesterpoelen en Akmarijp zijn historisch en geomorfologisch te beschouwen als één gebied. Het gebied kan worden gekenschetst als een vrijwel open landschap. Kenmerkend voor het centrale merengebied in Fryslân is de afwisseling tussen grotere en kleinere wateroppervlakken, omgeven door kades en rietkragen en zoetwatermoerassen en uitgestrekte graslandpolders. De waterdiepte varieert overwegend tussen de 1 en 2 meter. In het gebied komen diverse eilandpolders voor. Aan het begin van de jaartelling moet het Lage Midden van Fryslân, waar dit gebied deel van uit maakt, hebben bestaan uit uitgestrekte zeggenmoerassen en moerasbossen. Vanaf ongeveer de tiende eeuw werd het gebied op kleine schaal in gebruik genomen. Hoewel in de loop van deze eeuw vele duizenden hectares door bemaling en bekading tot winterpolder zijn omgevormd, komen in het gebied nog relatief veel boezemlanden en zomerpolders voor. Veel boezemlanden liggen hier nog hoog genoeg om 's zomers via slootjes en greppels vrij op de boezem te kunnen afwateren.
Hoofdpunten uit het advies
De Ecologische Autoriteit werkt op dit moment aan haar advies over de Natuurdoelanalyse.Overige gegevens
Betrokken overheden
Provincie Fryslân (voortouwnemer) |
Samenstelling laatste werkgroep
dr. Wilfried ten Brinke |
dr. Henk Everts |
Daan Jacobs, MSc. (secretaris) |
Marja van der Tas (voorzitter) |
ing. Rob Vogel |
Regio: Friesland
Natura 2000-gebied: Sneekermeergebied
Landschapstype: Laagveen- en zeekleilandschap
Natuurtype: N04 Stilstaande wateren, N05 Moerassen